Gheboden ende uutgeroepn by mijnen
Heeren, Schouteth, Borgermeesteren, Schepenen,
ende Raedt der stadt van Antwerpen, op den

xx. Maij. M. D. XC.

Al soomen daghelijcks siet/ namentliijcken op
Sondaghen ende Vierdaghen grootte vergaderinghe
van jongers ende kinderen achter straeten ende om-
trent de vesten / bedrijvende groote ongeregheltheydt
ende foulen d’een teghens d’andre / met vaenkens/
stocken/ schilden van wijmen/ ende steenen comende/
smijtende/ ende worpende/ roepende en sprekende di-
versche onschickelijcke worden/ daer deur groote in-
convenienten souden gheraecken te comen / ten waere daer in werde ver-
sien / ende t’selve belet: Ende overmidts d’oorsaecken daer af zijn voor
den meestendeel der selver kinderen ende iongeren ouders ende meesters /
om dat syse niet t’huys oft vander straten en houden: SOO EEST dat
men van s’Heeren ende des stadts weghen wel scherpelijck ghebiedt den
voorsz ouders ende meesters/ wie oft van wat qualiteyt die zijn / datze heure
kinders ende iongers in heur subiectie wesende / t’huys ende vander stra-
ten of vesten houden / op dat sy hun vermijden de voorsz ongeregeltheden
voort te stellen: oft anders salmen t’ghene by den selven kinders oft ion-
gers misdaen wordt / op de ouders ende meesters verhaelen: ende sullen
daerenboven vallen in de pene van dry Carolus guldens eens / voor elcke
reyse / voor de welcke sullen promptelijcken ende metter daedt gheerecu-
teert worden / voor ende al eer sy derhalven in rechte sullen ghehoort wor-
den: te bekeeren de voorsz dry Carolus guldens in dryen  / d’een deel tot pro-
fijt vanden Heere / d’ander vanden officier die d’apprerehensie doen sal ende
t’derde voor den huys-armen deser stadt / ende daerenboven sullen de voor-
schreven iongers ende kinders verbeuren hen oppertse cleedt / ende worden
ghegeesselt / oft anderssins ghecorrigeert naer gelegenheyt vander saecken.

H.de Moy

Men ziet dagelijks, namelijk op zondagen en feestdagen, grote samenscholingen van jongeren en kinderen in de straten en rond de vesten die grote onregelmatigheden begaan en elkaar last verkopen met vlaggetjes, stokken en schilden van wilgentakken. Ze smijten en werpen ook met stenen en zeggen en roepen diverse lelijke woorden waardoor grote hinder kan ontstaan ten ware dat dit wordt voorkomen en belet.
En vermits voor het merendeel de ouders en de meesters daarvan de oorzaak zijn omdat zij die jongeren en kinderen niet thuis en van de straat kunnen houden, zo wordt er door de heren en van stadswege uitdrukkelijk bevolen dat die eerder vermelde ouders en meesters, wie of wat ze ook zijn, hun kinderen en jongeren die ze onder hun hoede hebben, thuis en van de straat moeten houden zodat zij niet verder bovenvermelde onregelmatigheden begaan.
Indien ze dit niet doen zal men hetgeen de jongeren of kinderen misdaan hebben op de ouders en de meesters verhalen. Ze zullen bovendien drie gulden moeten betalen voor elke overtreding die onmiddellijk zullen worden geïnd. Die drie gulden zullen in drieën worden verdeeld: een deel ten voordele van de heer, het andere voor de officier die dit heeft vastgesteld en het derde deel voor de armenhuizen van deze stad en bovendien zullen bovenvermelde jongeren en kinderen hun opperste kleed moeten afgeven(1) en worden gegeseld of op een andere manier worden gestraft naargelang de aard van het vergrijp.

H. de Moy

(1) Verbeuring van het opperste kleed: zijn beste mantel afgeven was een courante straf voor lichte vergrijpen in die tijd.

Gheboden ende uutgeroepen … den xxj. maij. M.D.XC. Alsoomen daghelijcks siet … groote vergaderinghe van iongers ende kinderen … Soo eest dat men … ghebiedt den voorsz ouders ende meesters … datse heure kinders ende iongers … vander straten oft vesten houden, op dat sy hun vermijden … ongeregeltheden voort te stellen … ongeregeltheden voort te stellen

Sorteertitel: [Ordonnantie:] [1590,05,21]
Auteur: de Moy, H. [edit.]
Instelling/Organisatie: Antwerpen, Stad
Uitgave: Antwerpen] : [Moretus, Jan I], [1590]
Omvang: [1] fol.

Opmerking:
Bibliografische referentie: Imhof, D. Jan Moretus Geb-22
Bibliografische referentie: Cockx-Indestege, E. Belgica typographica 3582
Bibliografische referentie: USTC 414065