Gheboden ende wt-gheroepen … den XVI ianuarij 1608: Alsoo … dat Jaques Fremont cypier vanden Steen alhier, gister avondt … den selven Steen met syne familie te verlaten …
Ordonnantie: [1608,01,16]

Gheboden ende wt-gheroepen by
mijnen Heeren, den Schouteth, Borgher-
meesteren, Schepenen, ende Raedt der
Stadt van Antwerpen, op den
16. Ianuarij. 1608


Alsoo ter kennisse van de Heere ende Stadt ghe-
comen is/ dat Jaques Fremont Cypier van-
den Steen alhier/ gister avondt hem heeft ver-
voordert den selven Steen met syne familie te
verlaten/ waer deur alle de ghevangene/ aldaer
om civile en criminele saken geseten hebbende/
vrij ende los zijn gelaten en wech geloopen/ ende
dat de selve gevangene/ ende besundere Hector Lommelino/ ende
synen dienaer/ met dreygementen en anderssints hebben bedwon-
ghen den buyten en binnen Sluiter vande voorseyden Steen tot
het openen vander poorten: S o o   i s t   datmen van s’Heeren ende
deser Stadts wege voorts-roept den veurseyden Cypier en alle de
gevangene/ namentlijcke Hector Lommelino/ Philips synen die-
naer/ Jan Claessen/ Abraham Bernaertssen/ Bonaventaura van
Oncle/ Daniel de Grauwe/ Hans Fonteny/ ende Jan Felten de
Ghinter/ ten eynde sy hen des aengaende comen verantwoorden
veur mijnen Heeren den Schouteth/ Borghermeesteren/ ende
Schepenen deser Stadt/ tegens  morgen veur noene/ te wijlen de
Heeren te rechte sullen sitten. Oft anderssints ende by ghebreke
van dien salmen tegens hunliedens ende elcken van hun voorts
procederen/ gelijckmen naer recht ende coustume vermagh ende
ghewoon is te doene. Verbiedende alle Borgeren ende Inghese-
tenen deser Stadt yemanden vande voorseyde ghevangenen te
herberghen/ logeren/ oft verberghen op arbitrale correctie.

G. Kieffelt

Geboden en verordeningen van de heren, de schout, de burgemeesters, schepenen en de Raad van de stad Antwerpen, 16 januari 1608

De heer en de stad hebben vernomen heeft dat Jaques Fremont, cipier van het Steen hier, gisterenavond met zijn familie het Steen heeft verlaten, waardoor alle gevangenen die daar voor civiele en criminele zaken zaten, vrij zijn gelaten en weggelopen.
Die gevangenen, en in het bijzonder Hector Lommelino en zijn knecht, hebben met dreigementen en op andere manieren de buiten- en binnensluiter van dit voormelde Steen gedwongen tot het openen van de poorten.

Daarom roept men de voormelde cipier en alle gevangen op om zich hierover te komen verantwoorden voor de heer de schout, de burgemeesters en de schepenen van deze stad tegen morgenvroeg in de voormiddag op het ogenblik dat de heren rechtspreken.
Anders, en bij hun afwezigheid, zal men verder hun proces voeren zoals men gewoon is te doen volgens het recht en de gewoonte.
Alle burgers en ingezeten van deze stad wordt verboden iemand voor voormelde gevangenen te herbergen, te laten logeren of te verbergen op passende straf.

G. Kieffelt